God gaf mij een beeld van een onaangeklede paspop. De hand van de pop draaide zich ineens naar de pop toe en weer terug en ontkoppelde zich van de arm en ging zijn eigen ding doen. Ook de voet en de andere lichaamsdelen begonnen zich te ontkoppelen. Het was een beetje een bizar, surrealistisch beeld wat zich begon af te spelen. Elk lichaamsdeel ging zijn eigen gang apart van elkaar. Dit tafereel ging een tijd door.
Er kwam een ouderwets zakhorloge/klok in beeld en de wijzers sloegen een bepaald tijdstip aan. En ineens begon de hand als het ware te kijken naar de arm en terug te bewegen richting de arm en zich weer vast te koppelen aan de arm. Ook de andere lichaamsdelen begonnen zich langzaam maar zeker terug te bewegen naar elkaar en zich aan elkaar te koppelen. En zo ontstond er weer één lichaam. Toen de paspop weer compleet was werd de pop bekleed met kleding.

“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn;
Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.”
                             

                                  Johannes 17:20-23

 

Het overgrote deel van kerken in de steden, dorpen en gebieden in de provincies in Nederland, maar zeker ook daarbuiten, zijn voornamelijk bezig met hun eigen kerk, hun eigen visie en de uitwerking ervan. Ze functioneren allemaal op hun eigen eilandje. Er is weinig tot geen samenwerking en men is teveel bezig met de verschillen dan met de overeenkomsten. Teveel gericht op wat zij als kerk kunnen betekenen voor de gemeenschap. Teveel op hun eigen visie gefocust.

Het gaat om het koninkrijk bouwen met heel het lichaam en als lichaam een impact hebben op de samenleving. Elkaar niet zien als minder, maar als evenwaardige partners in het koninkrijk van God en elkaar helpen, elkaar aanvullen met de specifieke gaven die God gegeven heeft in de verschillende gemeenten. Ons veel meer afvragen hoe kunnen we elkaar dienen met dat wat we hebben en God zichtbaar maken in de omgeving waar we geplaatst zijn.

Een hand alleen kan wel dingen maar in samenwerking met de arm kan het veel meer en komt de hand ook veel meer tot zijn recht. Zo is het in het lichaam van Christus ook. We hebben elkaar nodig! We komen dan veel meer tot ons recht. Er is zo’n versplintering geweest. Het is Gods verlangen om het gebed van Jezus uit Johannes 17 gestalte te geven in het denken en de harten van het lichaam. Niet een enkeling, maar een beweging in en van kerken. Een samensmelting. Zodat de wereld gaat zien dat er liefde is onder elkaar, een eenheid van gelovigen en ze God gaan zien. Eenheid juist in diversiteit!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *